Hij is 16, heeft autisme en moeder vraagt of ik misschien iets voor hem kan doen.
Als kleuter was hij al eerder in mijn praktijk voor klachten die door de reguliere zorg destijds werden bestempeld als faalangst. De eerste behandelingen hadden effect, maar blijvend resultaat bleef uit.
Na verder onderzoek werd op zijn negende de diagnose autisme gesteld.
Moeder vertelt over alle verkeerde diagnoses en nodeloze therapieën. Dat maakt je als ouder wanhopig. School – niet het leren zelf, maar de drukte van zijn klasgenoten – is een immense belasting. Ook nieuwe dingen ondernemen brengt veel spanning. Dat uit zich in buikpijn, misselijkheid en vermoeidheid.
Het wegnemen van die ‘overload’ is het doel voor nu in de hoop dat hij wat meer balans vindt.
Hij kent me niet meer, weet niets meer van de behandelingen van toen. Ook ik herken hem niet meer. Kleintjes worden groot, heel groot. En ik moet goed kijken om het gezichtje van toen weer terug te zien in de jong volwassene van nu. Dat lukt me niet echt.
Aanraken mag, in die zin lijkt er opnieuw vertrouwen te zijn.
En praten hoeft niet.
‘Dat is het fijne aan deze therapie,’ zegt moeder.
Als hij op de behandelbank ligt en ik zijn buik behandel lacht hij onophoudelijk.
Die lach… exact dezelfde als die van de kleuter van toen.
Ook moeder weet het weer. ‘Ja, dat was toen ook, bizar.’
Exact dezelfde reactie op dezelfde aanraking. Met dit verschil dat hij nu probeert die lach te onderdrukken. Maar dat hoeft niet, leg ik hem uit.
Op zich is een dergelijke reactie op die aanraking niet vreemd. Zijn zintuigen zijn extra gevoelig en snel overprikkeld. Dat dit zich uit in lachen is prima en werkt aanstekelijk. Maar het maakt wel nieuwsgierig
‘Als mama je buik aanraakt, moet je dan ook zo lachen?’
‘Nee.’ Het is echt ‘de kriebel’ van de energie.
‘Zal ik het met wat meer afstand doen?’
Hij knikt nee, dat hoeft niet.
Er komt veel spanning vrij uit zijn buik- en maag gedeelte.
En er wordt veel gelachen.
Gister was hij voor de tweede behandeling in mijn praktijk.
‘En, hoe gaat het?’
‘Goed,’ antwoord hij.
Ik kijk naar moeder.
‘Hij is wat relaxter deze week,’ vertelt ze.
Al direct bij de aanraking van zijn buik rechtsboven regeert opnieuw de lach. De plek waar nu nog de meeste spanning huist. Waar vorige week de hele buik- maagstreek trilde reageert hij op andere plekken rustiger nu, zonder te hoeven lachen.
Energetische therapie kan autisme niet wegstrijken. Maar we hebben goede hoop dat op zijn minst de ontlading doorzet. Met een andere visie en verwachting dan toen.