Vandaag heeft hij (4) na de behandeling even geen interesse in de snoeptrommel. Nee, hij praat liever even bij over Toet Ank Amon.
‘Wie is dat?’ vraag ik.
‘De koning van Egypte.’
‘O?’
‘Die werd heel oud en ging toen slapen.’
‘O!?’
‘Ja, in een piramide.
‘…’
‘En toen werd-ie weer opgegraven en was-tie een mummie.’
‘Hoe weet je dat?’
Hij haalt zijn schoudertjes op. Dat weet hij niet.
Ik zet hem de snoeptrommel voor, voor het geval hij het vergeet.
‘Hebben jullie hem zo wijs gemaakt?’ peil ik zijn ouders, terwijl hij naarstig naar zijn favoriete stukje snoepgoed zoekt.
‘Nee,’ antwoordt pa met een nog immer verontwaardigde blik. ‘Hij zag onderweg een schilderij en zei: He, dat is Toet Ank Amon. En dat was ook zo.’
Bij de voordeur praat hij, kauwend op zijn roze fruitstaafje, ook even bij over het WK, dat Spanje eigenlijk van Nederland had moeten winnen. Maar gelukkig zijn we het niet over alles volledigĀ eens.