‘Wat zijn al die strepen?’ Hij (7) wijst naar de meridiaanpop op het hoekje van de tafel, terwijl ik hem op de kruk behandel.
‘Een soort energiebanen, meridianen,’ zeg ik en wijs langs mijn lichaam de weg van wat banen om het visueel voor hem te maken. ‘Die gaan dan zo, tot aan je tenen en je vingertoppen, en ook weer helemaal terug, zodat alles in je lichaam lekker stroomt.’
Hij knikt begrijpend. ‘Als een soort snelweg?’
‘Als een soort snelweg, ja.’
‘Dat fantaseer ik wel eens.’
‘O?’
‘Ja, als een auto die door mijn lichaam rijdt maar niet altijd overal door kan.’
Hij wijst met zijn hand de route in zijn lichaam en waar het dan weleens stopt. ‘Dan voelt het hier bijvoorbeeld niet zo lekker en dan maak ik in gedachten de weg weer vrij.’
‘Precies. Dat helpt. Dat is ook wat we nu doen.’
Hij knikt. Appeltje eitje.