Hij glundert als hij binnenkomt. De tekening van het huis om zijn bed, dat hij samen met papa en mama in gedachten leerde bouwen, prijkt inmiddels op het whiteboard aan de wand.
Mama heeft hem geholpen met tekenen, bekent hij. Het lukte nog niet zo, alleen. Samen hebben ze zo zijn veilige huis tot werkelijkheid gemaakt. Met ramen en deuren die hij zelf kan sluiten. Met een tuin, een vijver met vissen en een zwembad eromheen. Het bewaken van zijn eigen, creatieve ruimte voor de zombies in de nacht.
Hij is niet bang voor de zombies, maar lastig zijn ze wel. Ze luisteren niet, houden hem uit zijn slaap. Zelfs als hij in het bed bij papa en mama op de kamer ligt.
Maar nu blijven ze weg, is hij trots en kan hij in zijn eigen bed weer volle nachten slapen.
En ook moeder leert haar eigen ruimte beter bewaken, gesterkt door het geloof in haar eigen kind.
’Over twee weken weer afspreken?’ vraagt ze.
‘Doe maar over 100 weken,’ antwoord hij.