‘‚Elly, ik wil altijd al weten hoe het nu zit met een aura. Wat zie jij als je mensen tegenover je hebt zitten aan tafel? Zie je dan altijd iets, of vaak, of heel soms. En wat zie je dan?’
Dat was de eerste anonieme reactie op mijn laatste column.
De aura is het energieveld dat om levende, maar ook om levenloze materie te zien is. Ik was me er vroeger niet van bewust dat ik aura’s zag. Ik zag soms wel een speciaal soort licht om mensen heen, maar Ik schreef dat altijd toe aan lichtval, niet beter wetend. Toen ik over het begrip aura leerde, begreep ik dat die ‘lichtval’ ook zonder lichtval zichtbaar is.
Ik werd nieuwsgierig, ging ik me er meer voor open stellen. Wat ik zag fascineerde me. Totdat mijn echtgenoot op een feestje zei: ‘Elly, het is geen gezicht als je een aura bekijkt.’ En dat klopte, want je kijkt iemand niet aan, je kijkt langs iemand heen. Zeer onpersoonlijk dus. Ik besloot om niet meer als een ‘dwaze’ te kijken en de fascinatie te laten voor wat het was.
Tijdens mijn opleiding deden we oefeningen in het waarnemen van de aura. Bewust instellen, vertellen en toetsen wat je ziet. Die toetsing was leerzaam. Geen onzin dus, wat ik zag. Vanaf die tijd dacht ik: oke, dat kan ik dus. Maar als ik iets redelijk beheers, is meestal mijn fascinatie, mijn uitdaging, ook weer weg.
Het is niet zo dat ik op elk moment visueel, met de ogen dus, een aura waarneem. Het heeft voor mij wel te maken met het bewust openstellen ervoor. Het gemakkelijkst waar te nemen is een grijs-blauw zwak licht, dicht op het lichaam. Naarmate je meer geconcentreerd raakt wordt het veld groter, feller en kleuriger.
Het zijn pulserende flitsen. Het staat nooit stil. Net zo snel als je het meent waar te nemen, is het ook weer weg. Vooral in het begin. Doordat de aura pulseert, raak je afgeleid en uit de concentratie.
Het vergt oefening om beter, sneller en constanter te leren waarnemen.
Je oefent het best tegen een egale achtergrond. Je wordt dan niet afgeleid door andere vormen en kleuren. In donker kun je het ook zien. Dus het verhaal van de lichtval gaat daarbij niet op. Je kunt een aura ook alleen met het ‘geestelijk oog’ waarnemen, maar daarover een andere keer meer…
De aura kan wisselen van kleurvelden door emoties, boosheid, verdriet, stress, hoofdpijn etc. Het zijn momentopnamen.
‘Kunt u voelen hoe iemand zich voelt?’ vraagt een lezer. En ‘Als ik fantaseer, zie je dan dat ik niet helemaal eerlijk ben?’
Daarover volgende week meer. En Marieke, ook aan jou vraag wijd ik een column.