Iemand die om bepaalde redenen geen mail van mij kan ontvangen vraagt of ik dan misschien in mijn column op haar vraag terug wil komen.
Natuurlijk wil ik dat, want ze stelt een goeie vraag:
“…Er wordt altijd gezegd dat je elkaar na de dood tegen komt, maar hoe zit het dan als een overgegane al is gereïncarneerd, dan zie je toch iemand niet meer terug? Ik snap wel dat tijd daarboven niet bestaat, en dat iemand tientallen jaren al dan niet honderden jaren kan rond zweven, maar ik heb eens een boek over hypnose gelezen… Daar kwam iemand in voor die in regressie ging. Zijn vorige leven speelde in de zelfde eeuw, dus dat konden ze aan de hand van wat hij zei controleren. Alles wat hij zei klopte…”
Ik kan hier vanuit mijn visie het volgende over zeggen:
Er zijn geen beperkingen als het aankomt op geestelijke ontmoetingen in deze en die andere dimensie die wij ‘het astrale’ noemen. De beperkingen houden wij enkel in stand binnen de grenzen van ons bewustzijn…
Iemand is niet uit het astrale verdwenen omdat hij gereïncarneerd is. De onsterfelijke geest heeft het lichaam niet nodig om te zijn. Wel om te zijn in de beperking van een reïncarnatie die nodig is voor zijn geestelijke groei. En met beperking bedoel ik dan de beperkingen die verbonden zijn aan een reïncarnatie in een stoffelijk lichaam.
Als tijd en afstand in het astrale niet bestaan, dan kun je bedenken dat afstand enkel gecreëerd wordt in de geest. Ik spreek in het kader van dit onderwerp dus liever over een bepaalde afstemming, dan over een bepaalde afstand. De afstemming met onze dierbaren is tijdloos en niet gebonden aan tijd en ruimte. Wij associëren het astrale met een afgekaderd terrein omdat wij associeren vanuit ons tijd en ruimtebesef.
In feite heb ik aan deze visie weinig als het aankomt op mijn functioneren hier op aarde. Ik ben hier op aarde beperkt tot afstand en tijd om mijzelf te verplaatsen en mensen te ontmoeten. Ik ontmoet in de geest de geest van anderen, maar heb daar weinig aan als ik om half acht afspreek bij de bowlingbaan…
Wij koesteren de gedachte dat we na het overlijden onze dierbaren weer ‘in levende lijve’ zullen terugzien. Deze visie wordt gesterkt door de gelijke strekking van verhalen van mensen die een Bijna Dood Ervaring (BDE) hebben ondergaan en die op het grensgebied van leven en dood de angst voor de dood voorgoed achter zich laten.
Ook ervaart men tijdens dromen ontmoetingen met dierbare overledenen. Die dromen verschillen van dromen die men doorgaans ervaart en meestal weer snel vergeet of helemaal niet kan herinneren. Het zijn heldere dromen, ook wel lucide dromen genoemd, en men kan ze na het ontwaken helder voor de geest halen. Het zijn dromen die ons bij blijven en die veelal ook een heldere boodschap bevatten. Een boodschap die zijn sporen nalaat in onze huidige werkelijkheid. In onze dromen lijken wij tijd en ruimte te overbruggen. De droomwereld ‘lijkt’ net zo onwerkelijk bij ontwaken, als onze werkelijke wereld bij dromen.
Contact met overledenen tijdens waken ervaart men veelal bij een bepaalde mate van bewustzijnverruiming. Een bewustzijnverruiming die men in meer of mindere mate bewust creeert, afhankelijk van het vermogen daartoe, maar het gebeurt ook spontaan en overvalt mensen als het ware. Het kan ook een contact zijn waarvan men zich helemaal niet bewust is. Zo’n contact kan dan toch van veel invloed zijn voor beide partijen. Het lijkt dan een vorm van telepathie, maar men mixed dat met eigen gedachten. Waar de grens ligt? Ik weet het niet. Ik kan toetsten aan mijn eigen ervaringsgebied, maar kan dat niet als algemene maatstaf deponeren. Het telepathische, geestelijke contact, dus met de geest van levenden hier op aarde, verschilt in mijn ervaring niet van het contact met mensen die over zijn. Het verschilt wel met betrekking tot de bewustzijnsverruiming die men ondergaat tijdens een BDE of een lucide droom. Het verschil met een ontmoeting in een heldere droom kan ik toetsen. Een BDE heb ik nooit ervaren, maar het lijkt een zeer bewuste heldere ervaring te zijn.
Ook in een heldere droom lijkt een ontmoeting met een dierbare overledene op een ontmoeting in levende lijve. Een ontmoeting tijdens waken is anders, vluchtiger, alsof je een bepaald grensgebied niet kunt overschrijden. De informatie is weliswaar helder. De energie voelbaar, voor sommigen ook zichtbaar, maar als vluchtige, losse delen in de geestelijke waarneming ervan. Het is alsof de energie niet volledig geleverd kan worden. Ik denk ook dat dat zo is. De energie van de aardse dimensie is zwaarder en onze aardse zintuigen beperkt in het volledig waarnemen van die fijnstoffelijke energie van die astrale dimensie. Zijn die beperkingen dan opgeheven na overlijden? Dat hoeft niet, dat heeft op zijn beurt weer te maken met de grenzen van het eigen bewustzijn, de eigen overtuigingen. Er zijn overledenen die na het overlijden niet tot het besef komen van hun overlijden en als het ware in zo’n grensgebied blijven hangen. Niet bewust van het leven en niet bewust van de dood.
Je kunt de grenzen van het eigen bewustzijn blokkeren door ongeloof en overtuiging. Als je denkt dat de aarde plat is zul je hem niet rond gaan reizen. Daarnaast zijn er om een contact tot stand te brengen natuurlijk twee nodig, en dus een juiste afstemming. Ik heb daar meerdere columns over geschreven die na te lezen zijn in het archief. Het hangt niet enkel af van de grenzen van het eigen bewustzijn. Het bewustzijn van de ander kan, ook na het overlijden, op dezelfde manier geblokkeerd zijn.
Sommige dingen moet je ruim zien om ze te kunnen zien…