De zweefmolendialogen, aflevering VI: Kinderen

Elly van WijnbergenZweefmolendialogen met Kluun

Het is donderdag en dus weer tijd voor een nieuwe Zweefmolendialoog met schrijver Kluun.

Goedemorgen Oma Van Wijnbergen! Nog van harte met uw nieuwe Wijnbergje. Hoe gaat het met hem? Doet alles het? En is de moeder al weer hersteld van de uitdrijving?

Ja hoor, kluun. weer mooi en tegelijkertijd wonderlijk om te ervaren. Ik ben dus helemaal in de mood voor het onderwerp van vandaag.

Ja, ik ben van de afdeling slimme bruggetjes. Kinderen dus vandaag. Mevr. Van Wijnbergen: zijn kinderen paranormaler of intuïtiever dan wij, volwassenen?

Ik denk van niet. Wij als volwassenen zijn verleerd naar die intuïtie te luisteren. Kinderen laten hun intuïtie nog niet onderschoffelen door die ratio, zijn nog open en spontaan in beleving. Daardoor lijkt het alsof ze intuïtiever of meer paranormaal zijn.

Dus omdat kinderen minder weten en minder hebben geleerd, kunnen ze hun intuïtie beter gebruiken en zien/voelen ze dingen die normale mensen (u dus niet) niet meer voelen/zien?

Kinderen ‘weten’, maar vanuit een diep innerlijk weten, dat in ieder mens aanwezig is. Ze zijn nog niet gehersenspoeld door de ‘denkwijze’ van onze Westerse cultuur. Sterker nog, ik denk dat ze, als ze heel klein zijn nog in twee werelden staan, een soort overgang, zoals ook de dood is, maar dan andersom.

Ho. Wat zegt u nu weer? Twee werelden. Dat herken ik wel van de laatste dagen van mijn eerste, overleden vrouw. Een soort verlichting. Maar kinderen hebben ook zoiets? Dit moet u even uitleggen, Mw. Van Wijnbergen. Hoe, hoe lang, wat, waar, waarom?

Kinderen staan nog heel nauw in verbinding met die andere dimensie, nemen ook waar uit die andere dimensie, hebben contact met die andere dimensie. Er wordt ook gesuggereerd dat huilbaby’s moeite hebben met die overgang. Ik denk dat dat ook zo is, hoewel natuurlijk niet alles vandaar uit verklaard kan worden. Baby’s huilen ook om heel veel andere redenen. Maar zodra kinderen zich gaan vereenzelvigen met de ‘IK’, gaan ze een ego ontwikkelen die ze met de ratio gaan beschermen en dan begint de verwijdering. Dat moet ook, dat is niet voor niets, maar overal waar té voor staat geeft disbalans.

Ego ontwikkelen. Disbalans. Proef ik daar een snufje Freud?

Ja, Kluun, ik heb ook moeten stampen, ook Freud…

Freud heeft hele bomen opgezet over het onderbewuste. Da’s wel iets anders dan intuïtie,toch? Wat ís intuïtie dan eigenlijk?

Intutie is eigenlijk iets dierlijks. Het onderbewuste is datgene van waaruit wij handelen, ons vormen, iets dat ons drijft. Want ook al menen wij niet te kunnen luisteren, toch zoekt het wel zijn weg. Er is uiteindelijk geen ontkomen aan. Alles dat in het onderbewuste is opgeslagen werkt in ons als die steen in het water…

Zit inuïtie opgeslagen ‘in’ het ‘IK’ (of ego) of is het een soort kosmische kennis?

Vanuit inuïtie maken wij contact met die kosmische kennis. Vanuit het ego gaan we meer rationeel te werk. Maar het staat niet los van het onderbewuste, zoals ik net schreef.

Loes zegt iets nuttigs. Vrouwen zouden intuïtief sterker zijn. Ik geloof dat ook. Mannen worden meer gedreven door ratio en door ego, vrouwen staan voor mijn gevoel nog dichter bij hun oorsprong, bij hun natuur. Misschien omdat vrouwen kinderen baren, menstrueren, ovuleren?

Ja, vrouwen staan over het algemeen veel meer in contact met die intuïtie en hebben dat inderdaad ook nodig om het contact te voelen met hun kind(eren). Vrouwen zijn fijngevoeliger, gaan meer van daaruit te werk, sussen, regelen, gaan vaak op subtielere wijze met die rationele werkelijkheid om. Een moeder weet als geen ander wat goed is voor haar kind. En het kind staat als geen ander in telepathisch contact met de moeder. Het is dus ook iets dat van nature prachtig is verdeeld.

Nou. Daar zijn wij, mannen, lekker mee. Terug naar intuïtie en kinderen. Ik heb het even opgezocht op Wikipedia en daar wordt, in veel moeilijkere bewoordingen, in feite hetzelfde gezegd als wat u beweert: juist omdat we in een maatschappij leven waarin het rationeel en intellectueel denken zo’n prominente plaats in neemt (kijk alleen maar naar het belang dat we hechten aan de studie van onze kinderen), hebben volwassen afgeleerd hun intuïtie te gebruiken. Hoe kunnen we die achterstand op kinderen inhalen? Alle universiteiten afschaffen?

Nee, zeker niet. Studie is heel zinvol en processen van de ratio ook. We zijn niet voor niets op deze aardbol, het moet in evenwicht zijn. Hoe we die achterstand op kinderen in kunnen halen? Door simpelweg te leren luisteren. Onze fantasie ook als werkelijkheid te aanschouwen. Het geeft ons veel informatie, en dat doen ook onze kinderen. Wij leren onze kinderen hun bordje leeg te eten en belonen ze zelfs daarvoor met een toetje. Het kind weet allang hoeveel voeding en wat voor voeding het nodig heeft. Het weigert consequent en wij kopen het om. En als we dan ouder worden kampen we met overgewicht omdat we dat signaal van het lichaam zelf niet meer horen.

Nou nou, dat gaat wel heel ver, hoor, Mevr. Van Wijnbergen… Hoog jaren zeventig gehalte: laat de kinderen lekker vrij, ze weten zelf wel wat goed voor ze is, en ach, hoe is het mogelijk, zijn ze toch ineens onhandelbaar.

Niet zo zwart wit, Kluun. Als ik je nou eens vertel dat ik als kind exact wist wat wel en niet goed voor mij was qua voeding, dat ik dat later heb afgeleerd te weten omdat ik ooit verplicht op een dieet moest, en dat ik toen juist wilde eten wat ik niet mocht, en dat ook deed, en dat ik jaren later mijn lichaam pas weer in balans kreeg door precies die voedingsmiddelen te weren die ik als kind al ‘niet lekker’ vond. Geen enkel dieet dat ik ooit kreeg kon daaraan tippen.

Hm. Nou, vooruit. Iets anders. Die twee werelden. Zien kinderen dingen die wij niet zien?

Ja, je moest eens weten hoeveel mail ik krijg van verontruste ouders die met de handen in het haar zitten omdat hun kind dingen ziet, hoort of weet, die het helemaal niet kan weten. Ze zien overledenen, praten met die overledenen, en geven boodschappen van die overledenen. En ouders schrikken zich te pletter en vragen dan om hulp om hun kinderen te begrijpen daar waar ze zelf ooit zijn afgehaakt. Die fantasie blijkt niet alleen maar fantasie te zijn, maar deels ook een verdrongen werkelijkheid.

Dat laatste begrijp ik niet. Verdrongen werkelijkheid van de ouders? Praten overledenen dan ook met ons, maar horen we ze niet? Of praten ze alleen met kinderen en types als u, omdat ze weten dat ze anders toch voor de kat z’n viool boodschappen zitten te door te geven?

Ja, en ja :). Ik kan mij best voorstellen dat ik, als ik straks kassiewijle ben, mijn tijd en energie daarboven op die wolk niet ga zitten verdoen als die roepende in de woestijn. Maar er zijn er nog meer dan ik. Het blijkt dat mensen op telepathische wijze in contact staan met overledenen en zelfs dingen zien (en dan wegmoffelen onder het mom fantasie) die zij zelf niet serieus durven nemen. Eigenlijk appeltje eitje dus…

Hoe ‘zien’ kinderen die dingen?

Ze hebben vaak ‘denkbeeldige’ speelkameraadjes. En die zien er doorgaans net zo uit als in een echte fantasie. En energie kan ook de vorm aannemen die het kind wenst…

Voorbeeld?

Als ik een kind in mijn praktijk krijg die ongewenste entiteiten ziet, dan benader ik dat vaak in gewenste fantasie van het kind. Het kind blijkt dan zelf in staat, door bijv. in fantasie de vorm aan te nemen van een favoriete stripheld, om zo de boodschap naar die entiteit duidelijk te maken. En met resultaat, omdat zij erin geloven. Het gaat er namelijk niet om hoe het eruit ziet of hoe het zich energetisch vorm geeft, het gaat om de kracht daarachter. Een overledene kan zich bijv. ook aan mij kenbaar maken door te verschijnen met een bepaald kenmerk of herkenbaar gedrag als herkenning voor de mens tegenover mij. Iemand die tijdens zijn aardse leven mank liep kan op die manier aan mij verschijnen, terwijl hij in die andere dimensie helemaal niet mank loopt.

Eva (die toen drie was) zei in het eerste half jaar nadat haar mama was overleden vaak dat mama iets tegen haar zei. Hoe weet ik of ze dat fantaseerde of dat zoiets echt was?

Voor haar is er op die leeftijd geen onderscheid tussen fantasie of werkelijkheid. Zij beleeft het in volle overtuiging. Het is aan jou wat je ermee doet.

Dat begrijp ik niet. U vertelt eerst dat overledenen af en toe met kinderen communiceren. Er is toch een verschil tussen een kind dat fantaseert en een kind dat écht zoiets ziet/hoort?

Jawel, maar niet in de beleving van het kind. Het kind verbindt daar geen waardeoordeel aan. Dat wij het niet kunnen toetsen wil niet zeggen dat het enkel fantasie is, maar wij willen het pas echt geloven als het kind iets zegt dat ons ook daadwerkelijk overtuigt. Het kan zijn dat je als ouder een verschil merkt in de beleving van het kind, dat jij bijv. het gevoel hebt dat ze niet fantaseert, dat het ‘anders’ voelt of klinkt als wanneer ze bijv. met haar poppen communiceert. Maar het kind zal niet tegen jou zeggen: ‘Dat gesprek met mama was écht, hoor pap, dat met die poppen, was fantasie.’ Snap je?

Ja. Maar ik kan er niks mee. Ik zoek bevestiging. Want ik hoorde nooit wat. Bij mij kwam mijn vrouw alleen maar in dromen. Ze was dan niet mank, maar meestal naakt. Niet erotisch naakt, maar ‘natuurlijk’. Wel heeeeeel mooi :))

Misschien juist omdat je ratio tijdens waken de leiding neemt. Overleden verschijnen dus vaker in dromen. En haar ‘natuurlijke’ verschijning kan voor jou heel helend zijn gezien haar aardse situatie. In deze column uit 2003 schrijf ik o.a. over verschijningen tijdens dromen: De grenzen van ons bewustzijn. Lees maar even…

Pittige kost. Terug naar kinderen. Mijn jongste, Roos, is nu tweëeneenhalf en die ‘leest’ gedachten. Vooral die van mijn vrouw. Als mijn vrouw er aan denkt om naar de slager te gaan, zegt Roos; ‘gaan we naar de slager?’. Als ze erover denkt om even haar moeder te bellen, zegt Roos plotseling; ‘Ja, we gaan oma bellen!’ Kunt u dat ook, gedachten lezen, met uw diploma?

:) Ik vang wel eens wat op ja, vooral als ik aan het werk ben. Maar je moet dat niet zien als letterlijk iemands gedachten lezen. Het is een uitwisseling van energie die je vertaalt in eigen woorden. Maar die vertaling kan soms wel heel letterlijk zijn. Maar er heeft ook vast wel eens iemand tegen jou gezegd: ‘Je haalt me de woorden uit de mond.’

Ja, maar dat was meer in een erotische context.

En je hebt toch ook vast wel eens gedacht als de telefoon ging: ‘Goh, die wou ik net gaan bellen,’ of gezegd: ‘Ik zat net aan je te denken?’ Zelfde. En kinderen zijn meesters in het eerst roepen en niet nadenken…

Ja, tuurlijk, en dat zal af en toe ook wel iets te betekenen hebben, maar eerlijk gezegd vind ik dat aan dingen die toevallig gebeuren tegenwoordig wel héél vaak een spirituele betekenis wordt toegedicht. Toeval bestaat natuurlijk wel. Er is elke week toch íemand die de Staatsloterij moet winnen. En pech bestaat ook. Als ik zometeen niet oplet en met mijn harsens tegen een lantarenpaal loop omdat er net een leuk iemand voorbijkwam, dan is dat toch echt vette pech en geen teken van boven dat ik minder naar vrouwen moet kijken.

Nou, ik maak het goed met je. Voordat je ook nog het gevoel bespeurt dat ik onze kinderen wil ophemelen tot spirituele wezens heb ik nog column voor je over nieuwetijdskinderen. Die moet je echt nog even lezen als afsluiter.

Ja! helemaal mee eens! Zo ziet u maar, het wordt nog wel eens wat tussen ons, mevr Van Wijnbergen. Voor de volgende keer heb ik weer een verzoek. Wat is de ziel? Heeft u dat ook als parate kennis in uw portfolio?

Poeh, daar vraag je me wat. Nou, we zullen zien…

Mijn lezers (dik 2.000 vandaag, u bent populair, mevr. Van Wijnbergen!) en ik vertrouwen volledig op u. Tot donderdag!