‘Ik schrijf niet goed, zegt de juf.’ Het klinkt bedroefd als hij ook vertelt dat hij daarom niet de vulpen krijgt die hij zo graag wil als beloning voor goed schrijven. ‘Elly, ik wil zo graag schrijven.’ ‘Nu?’ vraag ik verbaasd. ‘Ja, nu!’ zegt hij enthousiast. ‘Als jullie dan even samen praten.’ Hij bedoelt zijn moeder en ik. Wij praten, Boaz schrijft. Het schrijven lukt niet helemaal, hij krast het weer door. ‘Ik heb een idee,’ zeg ik terwijl ik de behandelkruk aan mijn bureau schuif. ‘Als jij doorschrijft, dan ga ik jou behandelen.’ Want ook de agenda moet doorgaan. ‘Wil …