Hij loopt met pakketjes met kaartjes die hij wil slijten voor vast een goed doel.
Ik zit achter het raam. Hij ziet me niet, want hij focust op het bordje bij de voordeur waarop staat dat hier een Paranormaal therapeut gevestigd is.
Hij belt niet aan maar loopt snel weer weg.
‘Wie is dat?’ vraagt T.
‘Iemand die denkt: Oh jee, hier ga ik niet aanbellen,’ zeg ik.