Een moeder vertelt me gister tijdens een consult dat haar zoontje van twee personen ziet die zij niet ziet. Afwisselend met zijn handjes voor zijn oogjes en er weer af, zegt hij dan: ‘Ik zie ze wel, ik zie ze niet, ik zie ze wel, ik zie ze niet.’ Ook zegt hij met regelmaat: ‘Ha opa.’ En dan zwaait hij naar ‘iets’ in de kamer. Maar hij heeft zijn opa nooit gezien, want die is overleden. ‘Ik vind het doodeng,’ zegt moeder als ze ook vertelt over de slaapkamerdeur die zomaar open gaat terwijl het niet tocht. En over dat …