Where the eagle flies

Elly van WijnbergenFragmenten

In the middle of knowhere en geen idee hoever we nog moeten rijden tot het volgende benzinestation.
Recht voor ons twee vervallen woningen. Woningen waarvan je je afvraagt of er überhaupt wel iemand wonen kan.
In de verte een dorp. Het ziet er zo op afstand niet veel beter uit.
K. rijdt vooruit om er polshoogte te gaan nemen.
Wij blijven wachten om benzine te sparen.

‘Het is daar nóg slechter met de huizen als hier,’ zegt K. als hij terugkomt. ‘Je zou niet willen ruilen.’
Dit indianendorp in de Staat Utah lijkt pure armoede. Er is niets, helemaal niets, maar de kalmte en de rust die ik voel raakt me. ‘Misschien hebben de mensen hier niet meer nodig om gelukkig te zijn.’

Een klein stukje verderop is een oud benzinestation.
Twee roestige pompen in combinatie met een buurtwinkeltje.
Alsof je teruggaat in de tijd. Ook hier vervallen woningen.
Als we in de winkel wat rondkijken worden we van alle kanten geobserveerd.
‘Beautiful bikes you have out there.’ De vrouw wacht naast me op haar bestelling.
‘Thank you,’ zeg ik.
‘Where are you from?’
‘Holland.’
‘Holland?’
‘Amsterdam.’
‘Oh, yes.’ Ze knikt alsof ze weet waar Amsterdam ligt op de kaart.
‘Do you know about Amsterdam?’
‘Yes, we have studied there,’ lacht ze spontaan.
‘Do you live here?’ Het fascineert me. Haar spontane lach klopt niet met wat ik bij haar voel. Ik voel onvrede die niet klopt met de rust en spiritualiteit van hier.
‘Yes.’
‘Are you happy here?’
‘No, I ‘m not happy. I have got no job. Came from Phoenix, a year ago. There I had a job. But outhere… It’s hard…’ Ze schud afkeurend met haar hoofd, haar gezicht betrekt.
Ze is niet van hier en heeft geen binding.

‘Even if you give me two million dollars to leave here, I won ’t go, zei de vrouw achter dat stalletje. I belong here. I’m happy here. It’s our land,’ vertelt E. even later als hij in het chilibroodje hapt dat hij kocht bij het stalletje aan de overkant.
‘Onvoorstelbaar. Ze hebben hier niets, behalve hun grond en zichzelf,’ zegt T.
’Er zijn er genoeg die álles hebben maar voortdurend op zoek zijn. Naar dit, naar de verbinding met zichzelf,’ zeg ik nu overtuigd.
Zittend met mijn rug tegen de paal observeer ik de ogenschijnlijke armoede die voelt als de rijkdom van de eenvoud. Ik zou niet willen ruilen met hier, maar realiseer mij tegelijkertijd dat dit meer indruk op mij maakt dan de rijkdom die ik twee dagen terug zag in Las Vegas.

Where the eagle flies, denk ik voldaan als we zijn volgetankt en weer on the road.

*eerder gepubliceerd in mei 2006